Blow Boys Blow is een project gebaseerd op zeemansliederen en op handenarbeid in het theater. Het stuk wordt gebracht door een groep van 8 deelnemers die elk een andere band hebben met theater: choreografen, dansers, technici, geluidskunstenaars, lichtkunstenaars etc.
Historisch gezien werden theatertechnici gerekruteerd onder matrozen en andere zeelui; matrozen konden hard werken, waren vertrouwd met optuigen, ze wisten hoe je stevige knopen moest leggen en ze waren niet bang van hoogtes - ideale werklui voor in het theater. Ook vandaag nog zijn heel wat theater- en filmtermen ontleend aan de zeevaart bijvoorbeeld de Engelse termen ‘Best Boy’ en ‘Grid’. Ze tonen de verwantschap tussen het technisch werk in het theater en in de zeevaart. “Blow Boys Blow” is een hommage aan die groep harde werkers die onzichtbaar blijft als het doek opengaat.
Zoals het werk van de matrozen veranderde in de loop van de jaren, zo veranderen ook het werk en de vereisten voor een theatertechnicus. In vele theaters werden volledig geautomatiseerde systemen geïnstalleerd en werd de technicus die improviseerde, met de handen werkte of touwen manipuleerde vervangen door een ingenieur. ” Blow boys blow” zal putten uit de traditie van het ouderwetse scheepswerk en de zeemansliederen, en daardoor de bijhorende theaternostalgie evoceren. Tegelijkertijd zal het stuk niet blijven hangen in louter nostalgie, maar ook een grappige en speelse sfeer oproepen.
„Blow Boys Blow“ zal uiteindelijk een tijdelijk gezelschap uitbouwen, niet alleen met de groep performers, maar met iedereen die op dat moment op dezelfde plek aanwezig is. Door samen de handen uit de mouwen te steken, wordt het spreekwoordelijke ‘ vele handen maken licht werk’ niet enkel letterlijk als fysieke arbeid opgevat, maar zit het ook in de dynamiek tussen werk, spel en groepsvorming. Het wordt een gezelschap gevormd door de wisselwerking tussen inspanning en ontspanning, hard werken maar ook samen dansen en zingen. Zeemansliederen zijn uitermate geschikt om banden te smeden; door hun lange en samenhangende refreinen en eenvoudige, repetitieve melodieën, kan je ze heel eenvoudig al doende aanleren, en nodigen ze uit om luid mee te zingen en roepen.
De zes tot acht performers die samen het stuk creëren, vormen de kern van het gezelschap. Zij zullen het publiek en aanwezige lokale technici uitnodigen om deel te nemen aan de show, zodat dit gelegenheidsgezelschap veel groter wordt dan de oorspronkelijke kern creatievelingen. Samen houden we het schip- lees, het theater- op koers die avond. En niet alleen door het zichtbare, zweterige, harde werk, maar ook en vooral door samen te zingen, te dansen en samen water en rum te drinken.
creatie, performance, geluid, licht en scène Emily Anderson, Dennis Deter, Jan Fedinger, Davis Freeman, Jassem Hindi, Taavet Jansen, Tommy Noonan, Jean-Baptiste Veyret-Logerias dramaturgie Carolin Hochleichter partners Platform 0090, BUDA Kortrijk, artblau Tanzfabrik Braunschweig
pers Berliner Zeitung (English only)